zondag 22 april 2012

Echtheid = hechtheid

Actieve aanpak crisis uitgesteld
21 april 2012: het Catshuisoverleg is geklapt. Actieve aanpak van de crisis wordt dus (wéér) uitgesteld. En iedere verdere uitstel betekent meer bedrijven die in de problemen komen of ten onder gaan. Beoogde plannen zoals een verhoging van de BTW en een grondslagverbreding IB/VPB maken het er voor bedrijven alleen maar moeilijker op. Hoe overleeft ú de komende jaren?

Hoe overleef ik?
Laat ik eerlijk zijn, want dat bent u van mij gewend: Het antwoord op die vraag ligt eerder in uw verleden dan in uw toekomst. Een simpel voorbeeld uit uw eigen ervaring helpt wellicht om dit duidelijk te maken. Kijk eens naar uzelf, naar uw eigen situatie. Kijk naar uzelf als koper. Het maakt niet uit of dat als consument is of als zakelijke klant. Kijk naar uzelf als koper en beantwoord de volgende vraag: welke leveranciers blijft u trouw? Wie mogen op uw klandizie gaan of blijven rekenen?

Hoogstwaarschijnlijk is uw antwoord: bedrijven die dicht bij mij staan, waarmee ik een (h)echte band heb.

(H)echte relaties
Kijk nu eens naar uw eigen organisatie en kijk daarbij door de buitenste laag heen. Haal het bladgoud van uw gevel en kijk naar uw bedrijf. Met hoeveel klanten heeft u net zo’n (h)echte band als u als klant heeft met de bedrijven in uw eigen voorbeeld? En met hoeveel klanten zou u zo’n (h)echte band willen hebben? En waarom heeft u niet met al die bedrijven zo’n (h)echte band?

Droevig
Het meest droeve dat ik in deze tijd zie gebeuren, is dat allerlei organisaties NU –op dit moment- die (h)echte band proberen te realiseren met hun klanten. Maar dat is dus het meest foute wat een bedrijf kan doen. Want die band is dus niet écht, omdat het vanuit een verkeerde intentie gebeurt. Het gebeurt dan vanuit angst; angst om de klant te verliezen, angst om failliet te gaan, angst om grote afschrijvingen te moet doen op voorraad, etc. Als een organisatie er heel veel moeite in stopt wordt het misschien wel (even) een hechte band, maar nooit een échte. Een echte band begint vanuit edele motieven, gericht op het welzijn van de klant. Dat voelt/proeft/ziet de klant en reageert daar met goede intentie op en zo wordt een echte band een hechte band.

Té laat voor klantbehoud
De moeilijk tijden waar we nu in zitten, zijn niet het moment om kost wat kost zoveel mogelijk opdrachten en klanten te behouden. Daarvoor is het écht al véél te laat. Serieus, neemt u dat maar van mij aan: voor het behoud van klanten is het vijf óver twaalf. Of ze blijven of gaan bepalen ze in deze moeilijke tijden helemaal zelf, soms ook op hun beurt gedwongen door omstandigheden. Hoe dan ook: het ligt buiten uw macht.

Wat moet ik dan doen?
Waarvoor is dit dan wél de juiste tijd? De huidige tijd is hét moment om naar u zelf te kijken. Waarom bent u niet zo (h)echt naar uw klanten als u eigenlijk wilt zijn? Als u daar nu de antwoorden op vindt en na de ergste storm nog overeind staat, dan heeft u het best denkbare fundament voor alle mogelijke situaties in de toekomst: 1) u kent en bent uw organisatie écht en 2) uw klanten belonen uw echtheid met hun hechtheid. En dát is marketing in zijn pure essentie: uw echtheid wordt hun hechtheid.

zondag 8 april 2012

Durf te lijden

In het kader van #durftelijden, een initiatief van Kees Klomp (@karmakees), mijn bijdrage over dit thema.

Iedere voorkant heeft vanzelfsprekend een achterkant. Dat  is gewoon zo. Zo simpel is het.  Anders gezegd: alles heeft zijn eigen tegenstelling en kan alleen daardoor bestaan. Hoe weet je wat warm is, als je geen koud kent? Hoe herken je licht als je niet weet wat duister is?

De ontkenning van de achterkant
Het lot van de achterkant is dat het vaak ontkend wordt. Meestal simpelweg omdat het letterlijk niet gezien wordt. Maar soms ook omdat we het niet wíllen zien. Dat laatste geldt bijvoorbeeld wanneer het ons gevoel betreft.

Ook ons gevoelsleven kent namelijk zulke tegenstellingen. Immers: ALLES heeft een voor- en achterkant. Bij ons gevoel gaat het dan bijvoorbeeld over vreugde&verdriet, euforie&woede, manisch&depressief, liefde&haat.

Wij willen maar al te graag onze gevoelens van verdriet, woede, depressie en haat ontkennen, omdat het ons lijden brengt. Ze doen pijn. En: pijn is niet fijn. Maar door deze gevoelens te ontkennen, ontkennen we het bestaan van de achterkant en daarmee brengen we de voorkant uit zijn evenwicht.

Oneindige spiraal
Met andere woorden: ontkenning van lijden brengt ons als geheel uit balans. Dat op zichzelf brengt weer meer lijden met zich mee en zo zitten we in een oneindige spiraal. De enige manier om als mens in balans te komen, is door het lijden op dezelfde manier te accepteren – ja, zelfs te omarmen- als we doen met vreugde, blijdschap, geluk en liefde.

Hoe meer we het lijden ontkennen, des te meer we zullen lijden. Misschien niet nu, maar dan later. Ook hiervoor geldt een simpel principe: als het niet weg is, is het er nog. Ontkenning van het lijden laat het niet verdwijnen. Net zomin als de ogen sluiten ook de wereld niet laat verdwijnen. Je ziet het alleen even niet.

Achterkant wordt voorkant
Als je de pijn die je voelt doorleeft, écht doorleeft, dan zul je een bijzondere ervaring meemaken: het lijden wordt de voorkant. Niets is op dat moment zichtbaarder, voelbaarder, tastbaarder dan het lijden. Alsof de B-kant van een singletje opeens de A-kant wordt. Het mooie van zo’n ervaring is dat deze voorkant ook een achterkant heeft. Vreugde, liefde, geluk zal de tegenhanger zijn van jouw lijden. Zoals een beangstigende achterkant angstig maakt, zo maakt een vreugdevolle achterkant blij. Dat loutert en maakt het lijden draagbaar.

Lijden heelt
Nooit zal ik de uitspraak van een docent vergeten als ik bij readings angstaanjagende beelden tegen kwam. Ze zei altijd: “Rob, draai het om. Kijk naar de achterkant.” En wanneer ik dat deed, kwam altijd een liefdevol beeld te voorschijn. En hoe vreselijker, huiveringwekkender het beeld was, des te liefdevoller, mooier, gelukzaliger de achterkant. Met die wetenschap durfde én durf ik alle angstwekkende beelden aan.

Kortom: durf te lijden, het heelt je.

zondag 26 februari 2012

Loslaten tijdens een storm

Wat ik persoonlijk nog steeds een mooi verhaal vind, is over hoe je het beste een handvol fijn zand kunt verplaatsen. Als je het stevig vast houdt, glipt het weg tussen je vingers en hoe harder je knijpt des te eerder alles verloren is. Als je daarentegen de hand openlaat, het zand de ruimte geeft, komt het meeste gewoon op de bestemming aan. Het verhaal past in situaties waarbij vasthouden/loslaten een rol speelt.

Het verhaal is niet compleet 
Sinds enige tijd heb ik wat moeite met dit verhaal. Ik mis iets. Wanneer ik om me heen kijk en zie in welke turbulentie we leven, denk ik vaak: hoe is dat zand op die open, vlakke hand bestand tegen de stormen die het tegenkomt? Een flinke windvlaag en het zand op de open hand is sneller weg dan dat in die gesloten hand. Dus toch maar niet meer loslaten en gewoon weer vasthouden? Dat levert uiteindelijk ook niets op, zoals we uit het voorbeeld kunnen leren.

Gebogen hand biedt bescherming
Dus breng ik bij deze een derde variant in: de gebogen hand. Een hand die als het ware een klein muurtje om je heen trekt en je beschutting biedt. Een soort duinpan, zeg maar die je beschermt en behoed voor het ergste. Op die manier kunnen we toch veilig en vertrouwd los laten. Want natuurlijk moeten we loslaten en ruimte geven. Aan ons zelf, aan onze kinderen, aan de mensen om ons heen. Dat hoort bij het leven, zo groeien we. Kinderen moeten loskomen van hun ouders en volwassenen moeten loskomen van (blokkerende of verstikkende) patronen.

Door schade en schande wijs? Of bang?
Juist volwassenen blijven nog al eens te lang vasthouden, stil zitten. Inmiddels hebben we al wat stormen meegemaakt en de meesten hebben ook al wat schade opgelopen. Het is dan moeilijk om te durven vertrouwen en je open en kwetsbaar op te stellen. Wie is er voor jou om je te beschermen, te behoeden? Vertrouwd is dan wel net zo veilig.

Maar als we het niet doen, als we ons vastklemmen aan wat we kennen en wat we gewend zijn, dan zijn we als het zand dat ingeklemd is. Het leven dat voor ons bedoeld is, glipt weg en aan het eind kijken we terug en hebben niets bereikt.

Iedereen heeft een 'helpende hand'
Persoonlijk mag ik graag geloven dat God mij die bescherming biedt. Dat wanneer het stormt in mijn leven Hij zijn handen om mij heen vouwt. Soms een beetje, zodat ik nog wel het gevoel heb dat ik iets trotseren moet (want ook daar groei je van) en soms volledig, zodat ik onder Zijn hoede vooruit kan gaan. Dat vertrouwen is voor mij voldoende om belemmerende en beklemmende ideeën los te laten en verder te gaan, soms zelfs een nieuwe richting op te gaan.

Anderen geloven op een andere manier. Wat je eigen idee daarover is, maakt op zich niet uit. Het vertrouwen dat er bescherming is - van God, een beschermengel of wat of wie dan ook – geeft je de ruimte om die stap voorwaarts te zetten. En dat is nodig, want met stilzitten is nog nooit iemand losgekomen.

Dus: kies voor de gebogen hand, vertrouw op bescherming en laat los wat je zo hindert in je leven. Ik verzeker je: het is het waard!


Een waardengedreven organisatie: hoe bereik ik dat?


Stephen Covey, Philip Kotler en Michael Porter, drie grootheden in de management- en marketingliteratuur,  hebben alledrie recentelijk gepubliceerd over 'waarden' als nieuw uitgangspunt voor organisaties/bedrijven. Niet langer staat de klant centraal, maar de waarden van het bedrijf. Het wordt weer tijd om naar onszelf te kijken. 

Egoïsme weer voorop?
Is dit terug naar af? Mogen bedrijven nu weer ongegeneerd egoïstisch zijn en puur vanuit eigen belang opereren? Mensen die inhoudelijk de betreffende publicaties van deze heren kennen, weten wel beter. Als ik mijn bedrijf vanuit waarden willen voeren, dan gaat het niet om 'mij', maar om 'wij'.

Evolutie van ‘ik’ via ‘jij’ naar ‘wij’
Alhoewel in het idee van een waardengedreven organisatie inderdaad de eigen organisatie het uitgangspunt is, wordt dit vanuit een andere dimensie bekeken. Ging het in het bedrijfsleven eerst om ‘ik’ (focus op bedrijf of product) en daarna om ‘jij’ (focus op klant), nu gaat het om ‘wij’.

Waarden verbinden
Doordat het om ‘wij’ gaat, is er iets dat ons bindt. Alleen door verbinding ontstaat ‘wij’. Een van de dingen die ons kan verbinden is het delen van dezelfde waarden. Het gaat bij waarden in diepere zin dus ook niet om het bedrijf zelf, maar om de positie van het bedrijf in de ‘wij’. Welke waarden delen we en met wie?

Dit perspectief maakt het breder dan marketing of management. Waarden zijn van het bedrijf als geheel. Je kunt als manager niet zeggen dat het bedrijf bepaalde waarden heeft als de meerderheid van de medewerkers het niet uitdraagt.

Hoe krijg ik mijn mensen zover?
Hier zit een interessante en uitdagende ‘adder’ onder het gras van de waardentheorie. Want hoe krijg je die waarden bij de mensen? En hoe krijg je hen zover dat ze deze niet alleen adopteren, maar ook uitdragen?

Je komt dan al snel op de vraag ‘waarom werkt iemand bij ons?’. Daarop zijn veel verschillende antwoorden mogelijk, maar bij veel organisatie zal dat niet zijn vanwege de waarden van het bedrijf. Op deze manier kom je dus niet tot een echt en oprecht waardengedreven organisatie. Hoe dan wel?

Verander je blik
Draai het om. Vraag niet aan de medewerkers ‘waarom werk je hier?’, maar vraag ‘volgens welke waarden leef je?’ of ‘hoe ben jij mens?’. Trek het dus een niveau hoger. Werk is slechts iets wat wij doen. We zijn niet ons werk. We zijn mens. Werk is een onderdeel van hoe wij onze tijd besteden, evenals boodschappen doen, de auto wassen en spelen met de kinderen. Waarden zitten ook op het niveau van ‘zijn’  en niet op het niveau van ‘doen’.

In 3 stappen de waarden van je organisatie bepalen
De waarden van je bedrijf bepalen is simpel:
1)   Vraag aan alle mensen die met en voor je werken hoe ze zijn als mens.
2)   Verzamel die informatie en zoek de verbinding(en).
3)   Hetgeen de meesten verbindt, dat zijn de waarden van je bedrijf.

Voor echte waardenbepaling is dus geen managementvierdaagse nodig of een heidag en ook geen strategische profileringsstuurgroep.

Waarden uitdragen is als ademen: continu en door iedereen.
Het grote voordeel van bovengenoemde 3-stappenmethode om tot waardenbepaling te komen, is dat iedereen zich hierin herkent en om die reden zich gelukkig voelt in zijn werk, bij ‘zijn’/‘jullie’ bedrijf. Het uitdragen van de waarden is dan als uitademen: continu, grotendeels onbewust en via alle poriën (oftewel alle mensen). Het is levensenergie en de basis van ons bestaan.







vrijdag 3 februari 2012

Halleluja aan de klant!

Het begint epidemische vormen aan te nemen. Wat zeg ik: pandemische vormen krijgt het bijna: de klant als Koning, als Redder van de wereld, als de Weldoener. Halleluja aan de klant. Wat zijn bedrijven en organisaties op dit moment lief voor de klant. Wat luisteren ze goed naar de klant. Als de klant het wil, dan gebeurt het.

Het leesteken ‘punt’ betekent een tel rust voor je verder gaat, zo heb ik geleerd. Mag ik alstublieft een HELE GROTE, DIKKE, VETTE PUNT op dit moment? Kunnen we even stilstaan en ons uit het moeras van oogkleppen, dagwanen en ratraces omhoog trekken?

Klantfocus is bedrog
De klant is net zo min koning, redder en weldoener als voorheen. Sterker nog: ik durf te beweren dat de klant juist NOG MINDER koning, redder, weldoener is dan voorheen. Iedere organisatie, profit en non-profit, die op dit moment in de communicatie inzet op (de wens/behoefte van) de klant, doet dit uit egocentrische overwegingen. Meestal puur om te overleven. En –laat ik dit meteen erbij zeggen- daar is op zichzelf niets mis mee.

Alles op alles om te blijven bestaan
De allereerste en meest wezenlijke behoefte van een organisatie is continuïteit van het bestaan. Als je niet meer bestaat, kun je ook je klant -én daarmee de wereld- niet meer van dienst te zijn. Dus: alles op alles zetten om te blijven bestaan is puur menselijk en verdient waardering zolang het binnen de kaders van fatsoen en respect voor de mens en de aarde blijft. Maar doe dan niet alsof je het voor de klant doet. Doet niet alsof de klant belangrijk is en altijd al was. Doe niet alsof je jouw ziel en zaligheid geeft voor de klant. Kortom: Doe niet alsof. Wees ECHT.

Van de toren naar het stof
Waarom kan een organisatie niet gewoon zeggen: “Klant, juist nu heb ik je hard nodig. Help me. Blijf bij me. Koop bij me.”? Zou dat misschien komen omdat we dit niet durven te vragen? Omdat diep van binnen ons de schaamrood op de kaken staat over hoe we de klant al jaren behandelen. Van ‘hoog van de toren blazen’ tot ‘diep door het stof kruipen’ is ook wel een hele grote afstand om in korte tijd te overbruggen. En toch moeten velen het nu noodgedwongen doen. Tja, hoe doe je dat?

4-dimensionele organisatie
Een goede start is om de organisatie te zien in context met de omgeving en vanuit de vier invloeden die iedere organisatie kent: fysiek (basisvoorzieningen; personeel, productiemiddelen, processen), emotioneel (gedrag), mentaal (beleid), spiritueel (ziel, visie, missie). Voor langdurig gezonde organisatie is dat de basis. Noem de vier hoekstenen van je bedrijf, de pilaren waarop je organisatie rust. Alle vier dienen ze even groot te zijn, dezelfde kwaliteit/inhoud te bezitten én dezelfde aandacht te krijgen.

Van betekenis zijn voor anderen
Nelson Mandela zei ooit: “De betekenis van ons leven ligt in het verschil dat we maken in de levens van anderen.” Dat geldt voor mensen én organisaties. Welk verschil maak jij, maakt jouw organisatie, in het leven van anderen? Dàt is je focus. Degenen voor wie jij een verschil maakt, zullen blij met je zijn en trouw aan je zijn. Het zijn die mensen, noem ze maar klanten, die in tijden van nood voor jou het verschil zullen maken tussen voortbestaan of eindigen.

Sorry zeggen
Het is nooit te laat om te leren van je fouten, om ‘sorry’ te zeggen. Vraag jezelf: “waarom doe ik wat ik doe?”, “wat wil ik bereiken?”, “wie wil ik gelukkig maken?”, “waar ben ik extreem goed in en hoe kan ik daarmee anderen van dienst zijn?”

Hoofd, hart en handen
Heb jij op dit moment zo’n relatie met je klanten dat zij jou willen en zullen helpen, gewoon omdat jij het bent? Dan kom je deze roerige tijd prima door. Heb jij op dit moment niet zo’n relatie? Was jij (stiekem of onbewust misschien) toch vooral bezig met je zelf en was de klant een middel om jouw eigen doelen te bereiken? Dan is het afwachten. En lijkt een halleluja aan de klant inderdaad de enige manier om je hoofd boven water te houden.

Terwijl je met je hoofd en je handen gericht bent op buiten en klanten probeert aan te trekken, is het wellicht wijs om eens met je hart naar binnen te kijken. Wie ben je echt? Wat wil je echt? Wat beteken je echt? Als we dat met z’n allen gaan doen, wordt de volgende pandemie er een waar we vrolijk en gelukkig van worden. Halleluja aan ons allemaal!

zondag 22 januari 2012

Betekenismarketing: the sequal

Op de barricaden!!
De klant staat niet centraal bij betekenismarketing. Die uitspraak riep interessante reacties op. Zelfs eerdere blogs van mij werden gebruikt om mij het tegendeel te bewijzen. Hoe snel wij toch op de barricaden gaan als er aan heersende patronen wordt getornd! Dus bij deze: betekenismarketing, the sequal.

De klant houdt ons in leven
Waarom vinden wij dat de klant wél centraal zou moeten staan? Omdat zonder klanten geen bedrijf of organisatie blijft bestaan. Dus vinden wij de klant héél belangrijk. Juist daarom is het toch vanzelfsprekend dat wij de klant het beste gunnen én geven? En hoe kunnen wij de klant het beste geven? Door hoe dan ook aan zijn wensen te voldoen, ook als wij niet de geschikte partij zijn? Of door alles eerst te toetsen aan onze eigen kwaliteiten?

Het zijn simpele vragen, maar door de ‘gouden tijden’ van de afgelopen jaren hebben we ze misschien iets teveel verwaarloosd. De klant is belangrijk en hoort centraal te staan. En daarom zou iedere organisatie zich iedere keer eerst opnieuw moeten afvragen: zijn wij het beste wat de klant kan overkomen?

Blinde vlek: zijn wij wel goed genoeg?
Betekenismarketing legt die blinde vlek bloot. Eerst kijken naar jezelf: wie ben ik?, waar ben ik goed in?, waarin ben ik onderscheidend?. Zodra je dat helder hebt, communiceer je dat eerlijk en open. Juist dan vind je de klanten die jou nodig hebben en zij vinden jou. Je krijgt dan misschien niet de meeste klanten (alhoewel...), je krijgt zeker de juiste klanten.

Kotlers 3i-model
Philip Kotler schrijft in zijn boek Marketing 3.0 iets vergelijkbaars. Hij noemt het 3i-model: identiteit, integriteit en imago. Wie ben ik? (identiteit), Hoe handel ik? (integriteit), Hoe kom ik over? (imago). Dat zijn allemaal aspecten van de organisatie en niet van de klant. Maar ze zijn belangrijk om te weten, juist vanuit het idee dat de klant zo belangrijk en waardevol is.

Het gaat om de ‘klik’
Betekenismarketing gaat NIET over de klant en ook NIET over jouw organisatie/bedrijf. Het gaat over de verbinding, de ‘klik’, de relatie die jullie samen hebben. Het gaat over maximaal betekenisvol zijn voor elkaar met elkaar.

zaterdag 14 januari 2012

Pleidooi voor échte marketing

“Marketing is NIET: zo hard mogelijk roepen wat (je denkt dat) de consument horen wil.” Zo, dat is er uit. Bevlogen als ik ben over marketing bedrijven, valt mij steeds meer op wat er allemaal geroepen wordt door bedrijven om maar (meer) klanten te krijgen. En dan heb ik het niet over stokoude, overbekende claims als ‘witter dan wit’.

Waar ik het wel over heb, is dat ik tegenwoordig steeds meer bedrijven een verhaal zie/hoor vertellen dat eigenlijk nietszeggend is of soms domweg niet waar kan zijn. Dat kan toch niet de bedoeling van marketing zijn?

Voorbeeld 1: banken zijn je grote vriend?
“Ik wil geen lokkertje, ik wil altijd een goede spaarrente.” Ja dûh, dat is toch logisch! Kregen we dat voorheen dan niet? Werden we voorheen afgescheept met lokkertjes? Ik heb altijd gevraagd om de laagste spaarrente en de bank heeft altijd gezegd dat ie de laagste had. Was dat dan niet zo?

“Iedereen bankiert op zijn eigen manier.” Altijd al zo geweest, maar toch is jarenlang geprobeerd dat heel erg één kant op te sturen: iedereen moest en zou internetbankieren. Véél veiliger, veel makkelijker, veel goedkoper. En tegelijk sloot het ene na het andere bankfiliaal. En nu vind de bank het opeens prima om de oude overschrijvingsformulieren terug te halen? En komen dan ook de bankkantoren weer terug voor het persoonlijk contact?

“De bank anno nu.” En dat was voorheen niet zo? Voorheen liep de bank achter? Ging niet met de tijd mee?

Voorbeeld 2: hoe alle supermarkten tegelijk het goedkoopst zijn?
Maar het zijn niet alleen de banken hoor. Kijk naar de supermarkten: allemaal roepen ze de goedkoopste te zijn, zelfs de duurdere. A) hoe is dat mogelijk? en B) waarom?. De meesten kennen het antwoord op beide vragen, maar toch... waarom de focus op prijs? Oké, in deze tijd let de consument erg op het geld en denkt vooral op boodschappen te kunnen besparen (terwijl die besparing in werkelijkheid minimaal is) en dus is focus daarop voor de hand liggend. Maar als ‘de laagste prijs’ nou niet direct in je (oorspronkelijke!) missie/visie/strategie zit, waarom dan toch daarvoor kiezen? Waarom niet je missie willen uitdragen?

Wat is mijn punt?
Marketing heeft niet als doel mensen te verleiden om ze te laten doen wat jij wilt. Het gaat bij marketing in de eerste plaats zelfs niet eens om de klant (ja, dit leest u goed: het gaat NIET om de klant). Marketing gaat om de relatie tussen uw organisatie en de (potentiële) klant. En daarvoor is het volgende nodig:

1) Weten wie je als organisatie bent (identiteit, karakter, cultuur, normen&waarden, eigenschappen);

2) Weten waar je GEWELDIG in bent, waar je gewoon goed in bent en wat je niet kunt;
3) Op alle mogelijke manieren uitstralen wat bij punt 2 staat, vooral het geweldige deel;

4) Ontdekken wie behoefte/verlangen heeft of in de toekomst kan krijgen in dat waar jij GEWELDIG in bent of gewoon goed;

5) Het uitstralen (punt 3) helemaal concentreren op de mensen die je ontdekt hebt bij punt 4.

Met bovenstaande 5 punten vertel ik toch niets nieuws? Toch? Waarom zie ik dit dan nog zo weinig terug in de wereld? Sterker nog: bij grote organisaties zie ik het nergens meer. Als deze vijf punten al ergens nog worden uitgevoerd, is het bij de kleine middenstander en de zzp-er.

Pleidooi voor terugkeer naar echte marketing
Bij deze een oproep aan alle managers en marketingprofessionals: laten we allemaal, stuk voor stuk, alstublieft weer vanuit deze 5 punten marketing bedrijven. Doe de (crisis)oogkleppen af. Verlos jezelf van de (recessie-gedreven) tunnelvisie. Doe weer aan echte marketing.

Betekenismarketing
Marketing vanuit deze 5 punten is de pure marketing, de oorspronkelijke marketing, de marketing zoals het hoort en ooit bedoeld was. Eigenlijk zou alle marketing deze vorm moeten hebben, maar dat is helaas niet meer zo. Om toch het kaf van het koren te kunnen onderscheiden, noem ik deze pure, echte, oorspronkelijke marketing ‘betekenismarketing’. Immers: het gaat in oorsprong bij de relatie tussen organisatie en (potentiële) klant om de betekenis die je voor elkaar hebt. “Wat kan ik betekenen voor jou?” zou de eerste vraag moeten zijn die iedere manager/marketingprofessional stelt aan een (potentiële) klant.

Laten we allemaal vanaf 2012 betekenismarketing gaan bedrijven. Echt, oorspronkelijk en gericht op wat we voor elkaar kunnen betekenen.