vrijdag 21 januari 2011

'Wie ben ik?'

Vroeger was er het TV-spelletje ‘Wie ben ik?’. Daar keek ik graag naar. André van Duin en Ron Brandsteder samen met twee bekende Nederlanders en onder begeleiding van Caroline Tensen gaan raden wie ze zijn. Dit doen ze door het stellen van vragen. De show leidde vaak tot hilarische situaties, zeker als André van Duin de lach van het publiek belangrijker vond dan het raden van zijn identiteit.

Vragen naar je ware identiteit
Het lijkt wel of veel organisaties dit spelletje ook spelen. Ze zijn er wel en ze doen wel iets, maar wat hun werkelijke identiteit is? Ze weten het zelf niet. Alsof ze –zoals in het spelletje- naar de achterkant van het bordje kijken. En net als in het spelletje moeten ze vragen stellen om achter hun ware identiteit te komen: “hoe zie ik eruit?”, “wat doe ik in het dagelijks leven?”, “waar ben ik goed in?”, “waar geloof ik in?”, “hoe sta ik in de wereld?”.

Organisaties uit balans
Iedereen ziet de wereld veranderen. Jij ook vast wel. Aan de ene kant wordt de wereld groter, anoniemer, competitiever en minder gestructureerd. Aan de andere kant ontstaat meer ruimte voor verbinding, ‘echt’ contact, behoefte aan samenwerking en de wens om iets te betekenen voor de ander. Dit alles brengt veel organisaties uit balans. De wens of noodzaak om te herijken ontstaat: even terugtrekken, hergroeperen en dan weer snel het strijdgewoel in.

Bezinning gebeurt gehaast
De onrust van de meeste organisaties klinkt al in de vorige zin door: zelfs het moment van bezinning (want dat is herijken in essentie) moet gehaast. Het gevolg is weinig diepgang. Hierdoor is de identiteit nog steeds niet helder. Ook bij het spelletje van André van Duin en Ron Brandsteder was de snelle keuze, het zgn. ‘schot voor de boeg’, meestal een miskleun. Er is meer nodig om de juiste identiteit te weten te komen. Gelukkig: op het laatst blijkt dat als je de juiste vragen stelt en wat hints krijgt, je niet meer hoeft te raden. Het ligt als het ware open en bloot op tafel.

De juiste vragen stellen
Organisaties doen er ook goed aan om niet te raden bij het bepalen van hun identiteit. Zoek de diepgang op en je zult merken dat je jouw identiteit ‘als vanzelf’ (her)ontdekt. Het is dan wel belangrijk om de juiste vragen te stellen: “Waar geloof ik in?”, “Hoe zie ik de wereld en hoe wens ik die te zien?”, “Waarin ben ik geweldig?”, “Wie mist wat wanneer ik er niet meer ben?”, “Wat zijn mijn kernwaarden?”, “Wat zijn mijn ambities?”, “Hoe wil ik herinnerd worden?” en de belangrijkste vraag van allemaal: “Wat wil ik betekenen voor wie?”.

Ware identiteit geeft helderheid
Deze identiteitsvragen passen helemaal in het nieuwe wereldbeeld. Met het antwoord op deze vragen weet je goed wie je werkelijk bent. En het mooie is… dit straal je dan ook uit en wordt wie je werkelijk bent ook voor je klanten, medewerkers en maatschappij ineens heel duidelijk. Je kunt dan werkelijk van betekenis zijn voor heel je omgeving. Maar kijk uit voor André van Duin, oké?

vrijdag 7 januari 2011

Nieuwe marketing: hol of holisme?

Bedrijven moeten consumenten benaderen als hele mensen. Dat zinnetje uit Kotlers boek Marketing 3.0 intrigeert mij. Het is als een klein draadje aan je trui dat je steeds opvalt. Je denkt ‘dat trek ik even snel weg’, maar de draad wordt langer en langer en voor je het weet heb je een warrige kluwen wol in je handen en weinig trui over.

‘Heel-zijn’: jouw persoonlijkheid in harmonie
Wat is ‘een heel mens’? Wat bedoelt Kotler met dat zinnetje? Het is zo makkelijk gezegd. Maar wie is een heel mens? Ben ik een heel mens? En jij? Hoe weet je eigenlijk of je heel bent? De afgelopen drie jaar heb ik het genoegen gehad om een opleiding ‘Healing’ te volgen. De naam zegt het al: in deze opleiding leer je mensen heel maken. ‘Heel-zijn’ staat daarbij voor harmonie tussen alle elementen van jouw persoonlijkheid, jouw Wezen. In de praktijk betekent dat je bij mensen werkt aan hun lichaam, geest en/of ziel om daar meer balans in te realiseren.

Dat lijkt verdacht veel op holisme: ‘elk geheel ontleent kenmerken aan de samenstellende delen, maar wellicht nog meer aan de samenhang of ordening van die delen en hun interactie’.

Marketing goes holistic?
Kotler, Covey, Collins en nog meer ‘groten’ zeggen het allemaal: het is tijd de mens anders te benaderen. Covey heeft er een heel boek over geschreven, ‘de 8e eigenschap’. Daarin gebruikt hij de term ‘de complete mens’. Covey zegt dat de complete mens bestaat uit vier aspecten: lichaam (fysiek/doen), geest (mentaal/denken), hart (emotioneel/voelen) en ziel (spiritueel/zijn). De balans tussen deze vier bepaalt je succes.

Kans voor de marketeer
Dit geldt overigens niet alleen voor mensen. Ook organisaties hebben een lichaam, geest, hart en ziel. Grootheden als Covey, Kets de Vries, Collins en Tom Peters beweren zoiets al jaren. Door de juiste balans te vinden tussen deze vier elementen ontstaan ‘hele’ organisaties. Net als bij mensen bepaalt de balans je succes. Voor marketeers ligt hier een prachtkans om te scoren. Begeleid je organisatie naar heelheid. Wat doe je, denk je, voel je en ben je als organisatie? Hoe verhouden die vier zich tegenover elkaar? Waar zit welke kracht? Hoe ben je in balans? Voor wie beteken je wat en waarom? Allemaal vragen die op het lijf van de (nieuwe?) marketeer geschreven zijn. Wees een hele organisatie en maak van daaruit contact met de hele mens. Een betere marketingmix bestaat er niet.

Authenticiteit, puurheid en integriteit maken organisatie uniek
De eerst marketingprofessionals zijn je al voor gegaan. Ze noemen zich identiteitsmarketeers of 3.0-marketeers. Ze helpen organisaties met het ontdekken van de minder zichtbare aspecten als hart en ziel. Ze sturen directies en management aan om op zoek te gaan naar authenticiteit, puurheid en integriteit. Wanneer je deze hebt gevonden, ben je uniek. Je bent niet langer (schijn-)onderscheidend op functioneel of emotioneel niveau. Je bent onderscheidend op zielsniveau. Dat maakt je echt. Consumenten merken dat en staan open voor contact óf nog sterker: benaderen jou in plaats van jij hen. Dat draadje aan je trui is jouw authenticiteit. Je kunt het wegmoffelen of proberen er uit te trekken, maar daarmee ruineer je de trui. Onderzoek het, waardeer het, gebruik het. Het toont wie je bent, je ware identiteit. Daar worden mensen zielsgelukkig van.